Enid Blyton, de vijf en andere boeken

Geplaatst op maandag 17 april 2017 @ 08:38 , 115 keer bekeken

ISBN 90 230 0294 6
Illustraties Jean Dibrobe
Originele titel Five go to demon's rock

Verhaal (pas op bevat spoilers!)
Het word druk in huize Kirrin. Oom laat weten dat er een collega komt en diens zoon meeneemt en ze komen vandaag. Tante Fanny is boos en George ook omdat ook op die dag Dick, Julian en Annie aan zullen komen. Omdat Joanna sowieso door de drukte ook in t huis slaapt rest  haar niets anders dan Julian en Dick op de tochtige zolder telaten slapen omdat zij ook niet meer af te bellen zjin. Als oom Quintens collega komt blijkt dat het zoontje ook nog een heel onddeugend aapje Deugniet meebrengt en de jongen zelf graag voor auto speelt. En hij maakt net zoveel geluid als een echte, of dat dat een Rolls of een vrachtwagen is...Een paar dagen later zit bijna iedereen er door heen en oom Quinten vind dat zijn vrouw een oplossing  moet zoeken.Helaas is het weer te onbestendig om de kinderen te laten kamperen op Kirrin-eiland. Maar Prutser stelt voor naar zijn eigen vuurtoren te gaan. Zijn vader kocht die jaren geleden voor onderzoek en om er te werken en omdat daarna het ding niet verkocht werd kreeg Prutser er. Ze worden gebracht met de auto van een garage uit het dorp die wordt gereden door Jackson.  HIj blijkt uit t dorpje te komen waar de vuurtoren staat en verteld van zijn opa Jeremiah Boogle die veel kan vertellen over de strandjutters van wel eer en een legende van een schat. Hij helpt hen mee de bagage in de boot te zetten die ze nodig zijn als het vloed is en weg willen. Het bootje heet Dobber en wordt bij een stenen trapje aangelegd.
Een dag lager zien ze Jeremiah zitten en hij wil ze er wel over vertellen, over een gemene en oorige strandjutter die schepen expres liet vast lopen op de duivelsrotsen en hoe het mis ging en Jeremiah in t gevang kwam en daar bleef tot zijn dood, nooit in staat om de schat op te gaan halen. Die zou er dus nog ergens moeten liggen.  Hij had hulp van een neef en die neeft kreeg na komelingen waarnvan de gidsen in de juttersgrotten Ebenezer en Jakob de laatsten zijn in t dorp. Als De vijf en prutser en de dieren terug komen vinden ze twee flessen melk bij de deur, een brief van tante Fanny binnen. De sleutel is echter weg want die zat nog in de deur. Ze hebben een fijne dag en de andere dag vragen ze Jeremiah om hen rond te leiden in de grotten. Tim blijft in de toren waken. Jeremiah leert hen dat de grot doorloopt tot onder de vuurtoren als Deugniet ontsnapt. Ze vinden hem weer met een goudstuk maar ze kunnen niet verder kijken omdat de vloed weer opkomt en de grotten zullen onderlopen en dus gaan ze terug.  Thuis staan er weer 2 flessen melk, en de deur staat open en er missen een aantal zaken als een reiswekker, deken en portomonaie. Julinan gaat die middag per boot terug naar t dorp om aangiftte te doen en weer terug. Ze vermaken zich die middag met spelletjes als de politieagent weer bij de toren opduikt en verteld dat hij een vermoeden heeft wie hun spullen heeft. Julian gaat mee om te kijken of het hun spullen zijn. Ze komen bij Jakob en t zijn ook hun spullen. Julian neemt ze weer mee als is de portomonaie leeg.
Zo gaat een dag voorbij. De andere dag stormt het enorm. Jakob is helaas vrijgelaten maar dat weten de kinderen niet omdat ze niet naar t dorp kunnen. Omdat ze zich wat vervelen gaan Julian en Dick in de schacht van de toren om te kijken wat er te vinden is van de grot en ze doorgang naar de juttersgrot kunnen vinden. Dat lukt niet echt. In de middag slaat Tim aan hij rent naar de deur die opslot blijkt te zitten nu met de eerder gestolen sleutel. Ze gaan weer terug naar de leefvertrekken en ze hopen er maar op dat melboer de andere dag weer melk zal brengen. Ze hangen voor de zekerheid wel een lange reep papier aan de deur met een hulpkreet. Maar door t weer komt hij niet het is te slecht. Het eten raakt op en het bootje is weg. Ze kunnen nog op 1 manier weg en hulp halen als ze de weg via de schacht naar de juttersgrot vinden bij eb.  Julian en Dick zullen dit proberen ze komen langs een grot waar Dick een paar munten vind in t zand. De jongens vinden al snel de schat in t "dak"van de grot waar het verstopt ligt. Ze worden wel rustiger nu omdat zelfs Dick er maar met moeite bij kan en de juttersnakomelingen er zeker niet bij kunnen. Ze stoppen hun zakken vol met munten en gaan kijken of ze de doorgang naar de juttersgrot kunnen vinden waar de tocht de andere dag nog eindigde. Die vinden ze, maar ook Jakob en Ebenezer. Ze slagen er in om de broers met een list kwijt te raken als die ze te pakken hebben en weer de vuurtoren bereiken. Maar wat nu? Julian vraagt na lang nadenken Prutser of de lamp het nog doet van de vuurtoren die al jaren buiten gebruik is. En dat blijkt zo te zijn. Er is nog een grote bel die een hulp vraag betekende in die dagen naar het dorp toe dat er een boot in moelijkheden was. De bel moet door de 3 jongens op het balkon in de storm worden opgehangen en bijna is de klepel ook nog weggewaait maar het lukt. De bel werkt verder via een mechaniek zo dat het om de paar minuten gaat klingelen en de lamp gaat ook aan. In de hoop dat de mensen in het dorp het ook zien. Jeremiah hoort de bel die hij als dorpoudste voor de laatste keer hoorde in zijn jeugd en roept zijn kleindochter erbij of het echt zo is en dat klopt. Hij opent de gordijnen en ziet ook de lamp van de vuurtoren die aan is. Hij beseft meteen dat de kinderen in gevaar zijn maar t weer is te slecht er nu heen te gaan maar toch waarschuwt hij het hele dorp en als de volgende morgen het weer beter is gaat hij met een boot, de agent, de dokter én nog een man die de boot stuurt erheen. Ze bevrijden de kinderen en zij vertellen op hun beurt dat ze per toeval de schat hebben gevonden. Iedereen weet dat Ebenezer een Jakob dit hebben gedaan maar ze zijn gevlucht uit het dorp. Julian en Dick keren die dag nog terug om met de agent de schat te halen en hem over te dragen aan de staat